In De renner heeft Krabbé gebruik gemaakt van twee stijlregisters. Het eerste register valt te omschrijven als 'stoeremannenproza'. In wielrenliteratuur wordt dit register vaak gehanteerd wanneer roemruchte anekdotes, altijd sterke verhalen, uit de wielergeschiedenis verteld worden. Een voorbeeld vind je in De renner op p. 88:

'Wat bijvoorbeeld te doen wanneer in een afdaling allebei je remmen weigeren? Wim van Est remde dan met zijn hand op zijn voorband en als dat niet hielp stak hij zijn voet tussen de spaken.'

Het andere register is minder gemakkelijk te omschrijven. Het is aan jou om hiervoor een adequate term te bedenken en een analyse van de werking van de verschillende registers te maken. Bestudeer eerst de Literaire theorie.

Vraag 1

De tabel hieronder is al gedeeltelijk ingevuld. Vul hem verder in.


Vraag 2

Geef zo nauwkeurig mogelijk aan in welke situaties Krabbé gebruik maakt van beide registers. Geef voorbeelden.


Vraag 3

Welke verklaring kun je bedenken van Krabbés gebruik van verschillende stijlregisters? Met andere woorden: waarom heeft Krabbé niet het hele verhaal in het stoeremannenregister geschreven?


Vraag 4

Wat denk jij, zou De renner een beter of een slechter boek zijn geweest als het in één register geschreven zou zijn?


Tabel

(Literaire) theorie

Stijl', in: Joke van Balen e.a., Basisboek literatuur. Groningen, Uitgeverij kleine Uil, 2009, p. 127-129