Het Achterhuis: Opdracht

Opdracht niveau 2 | Perspectief

Het Achterhuis is helemaal geschreven vanuit het perspectief van Anne Frank. Je leest alleen wat zij voelt en denkt en wat zij van de gebeurtenissen en vooral van de mensen in huis vindt. Bij deze opdracht ga je nadenken over hoe de andere personen in het Achterhuis tegen Anne aankijken.

Titel Het achterhuis
Niveau boek niveau 2
Opdracht niveau 2 | Perspectief
Studielast 2 uur
Werkvorm individueel
Focus perspectief
Je leert de gebeurtenissen in het boek vanuit een ander standpunt bekijken.
Gemaakt door Cilla Geurtsen

Vraag 1


Beschrijf de laatste discussie of ruzie die je met je ouders, verzorgers of een ander familielid had.

a. Waar ging de discussie of ruzie over?
b. Wat waren jouw argumenten?
c. Wat waren de argumenten van de ander?
d. Hoe zou het komen dat jullie zo verschillend over bepaalde dingen denken?


Vraag 2


a. Kies nu een persoon uit het boek die je het meest aanspreekt. Je moet wel iemand kiezen die ook ondergedoken is. Kijk wel even hoe die persoon heet in jouw editie. In sommige edities van het boek staan de pseudoniemen die Anne verzonnen heeft, in andere edities hebben mensen hun eigen naam behouden.

b. Blader het boek nog eens door en markeer met post-its de fragmenten waar Anne het over het door jou uitgekozen personage heeft. Kies vervolgens een fragment uit waarin sprake is van een conflict of ruzie. Maak hier een kopie van en voeg deze bij de opdracht.


Vraag 3


Nu ga je het verhaal omdraaien. Je gaat het uitgezochte dagboekfragment herschrijven vanuit het andere personage. Je mag ook eerdere gebeurtenissen uit het verhaal erbij betrekken. Je fragment wordt 500 tot 750 woorden lang. Breng het standpunt van jouw personage in de discussie of ruzie goed naar voren. Je bekijkt de ruzie of discussie als het ware van de andere kant.


Vraag 4


Geef ten slotte antwoord op de volgende vragen. Gebruik per vraag minstens 100 woorden: alleen met ja of met nee antwoorden is niet voldoende, je moet argumenten voor je antwoorden aandragen.

a. Het Achterhuis is een dagboek. Wat zijn de belangrijkste gevolgen voor het verhaal dat je alles alleen maar vanuit Annes standpunt leest? 
b. Ben je door deze opdracht ook meer gaan nadenken over de gevoelens en standpunten van de andere personen in het huis?
c. Kun je je ook beter verplaatsen in die andere persoon, nu je deze opdracht gedaan hebt?
d. Is je sympathie ook verschoven van bijvoorbeeld Anne naar haar moeder? Of heb je nog even veel sympathie voor of een hekel aan Anne?  Beargumenteer je antwoorden.
e. Zou je bij een ruzie thuis je nu ook meer kunnen verplaatsen in bijvoorbeeld je ouders? Leg uit.