De reis van Sint Brandaan: Opdracht

Opdracht niveau 4 | Cultuurhistorische context

Titel De reis van Sint Brandaan
Niveau boek niveau 3
Opdracht niveau 4 | Personages: Cultuurhistorische context
Studielast 4 uur
Werkvorm individueel
Focus cultuurhistorische context
Je leert reflecteren op de middeleeuwse werkelijkheid en wetenschap.
Gemaakt door Janneke Blok
Bron dbnl.org | Jacob van Maerlant, Het boek der natuur (Tip: je kunt zoeken in de tekst met behulp van de knop 'doorzoek de hele tekst' in de linkerkolom.)

Wetenschappelijke kennis werd in de middeleeuwen afgeleid van klassieke geschriften, teksten uit de Bijbel en eigen waarnemingen. Het wereldbeeld van de middeleeuwer werd gevormd door gegevens uit de klassieke oudheid en de Bijbel te combineren. Men vertrouwde op deze bronnen. In kloosters bestudeerden monniken religieuze- en wetenschappelijke boeken.
In het voor die tijd wetenschappelijke boek Der naturen bloeme van Jacob van Maerlant (1270) worden alle wonderen van de natuur beschreven. Zo schrijft Maerlant over de mens, allerlei soorten dieren, waaronder ook zeemonsters, en 'dode natuur' (geneeskrachtige kruiden, stenen en metalen). Bij het schrijven van dit boek heeft Maerlant gebruik gemaakt van wetenschappelijke bronnen, zoals het boek De natura rerum (Over de aard van de dingen) van de geleerde Thomas Cantimpré, dat hij tussen 1225 en 1241 schreef.

Bron: 'Der naturen bloeme', op: literatuurgeschiedenis.nl


A


Brandaan en zijn monniken namen op hun reis een draak, een zeehert en een zeemeermin waar. 


Vraag 1

Bestudeer de beschrijvingen van deze 'dieren' in de encyclopedie van Maerlant en bekijk de afbeeldingen (bron 1). 


Vraag 2

In hoeverre komen de beschrijven van deze wezens overeen met de manier waarop ze voorkomen in De reis van Sint Brandaan? Illustreer je antwoord met, per dier, minstens één citaat uit De reis van Sint Brandaan en één citaat uit Der naturen bloeme. Denk je dat er sprake kan zijn van dezelfde dieren? Waarom (niet)?


Vraag 3

Lees de verklarende voetnoten van W.P. Gerritsen bij de betreffende passages waarin Brandaan en zijn metgezellen worden verrast door deze wonderlijke verschijnselen. Wat denk je over het werkelijke bestaan van deze 'dieren'? Betrek daarin de informatie uit de voetnoten.


B


Het middeleeuws wereldbeeld werd gevormd door een zogenaamd 'geloofsfilter'. De middeleeuwers interpreteerden de wereld om hen heen vanuit hetgeen waar ze in geloofden. Misschien heb jij als kind ook wel eens gemeend Sinterklaas of een piet op het dak te hebben horen lopen, terwijl je nu wel beter weet!


Vraag 1

Kun je vanuit dit geloofsfilter een logische verklaring geven voor het feit dat Brandaan en zijn monniken deze ongelooflijke zeemonsters hebben gezien?


Vraag 2

Vergelijk het antwoord dat je op vraag B1 hebt gegeven met het antwoord dat je op vraag A3 hebt gegeven. Is er een verschil tussen deze twee antwoorden? En zo ja, wat zegt dit verschil over de wijze waarop de middeleeuwers dachten en beredeneerden in vergelijking met hoe wij nu denken en beredeneren?


Vraag 3

De 'wetenschap' die de middeleeuwers bedreven, verschilt wezenlijk van de wetenschap zoals wij die nu beoefenen. De middeleeuwers geloofden, wij willen harde bewijzen. Hoe komt dit denk je? Licht je antwoord(en) toe.
A. Door de centrale rol die het geloof in de middeleeuwen speelde.
B. Door controlemiddelen die ontbraken.
C. Doordat middeleeuwers domme mensen waren.


Vraag 4

Vind je dat alles bewezen moet worden? Licht toe.