Het voorseizoen: Opdracht

Opdracht niveau 2 | Beleving: identificatie

Op de achterflap van Het voorseizoen staat: 'Het lijkt me het beste om u te waarschuwen voor de kans dat u zelf Steve Mellors wordt, of erger nog: dat u hem eigenlijk al bent.

'De schrijver lijkt dus te denken dat het goed mogelijk is dat jij op Steve lijkt. 'No way!' denk je waarschijnlijk, 'ik lijk echt niet op die oude, dikke, vieze, zuipende en vretende loser, en ik ga nooit op hem lijken ook!

'In deze opdracht ga je onderzoeken of het mogelijk is om toch een klein beetje begrip en sympathie voor Steve te hebben.

Titel 'Het voorseizoen'
Niveau boek niveau 3
Opdracht niveau 2 | Beleving: identificatie
Studielast 1 à 2 uur
Werkvorm individueel
Focus beleving: identificatie
Je leert je inleven in de hoofdpersoon.
Gemaakt door Marlies Schouwstra

A

Vraag 1


In welk opzicht lijk jij (misschien een klein beetje) op Steve?


Vraag 2


Waarin ben jij totaal verschillend van Steve?


Vraag 3


Vind jij Steve sympathiek? Waarom (niet)?


Vraag 4


Heb jij begrip voor Steve? Waarom (niet)?


Vraag 5


Welke 7 woorden passen volgens jou het beste bij Steve? Licht je keuze toe.

bedoelt het goed - daadkrachtig - eerlijk - gevoelig - kwaadaardig - kwetsbaar - leugenaar - liefhebbend - onhandig - pechvogel - sukkel - viespeuk - vriendelijk - zielig - zwakkeling


B

[Je hoeft je antwoorden op de B-vragen niet in te leveren als je dat niet wilt.]

Soms gaan de dingen niet helemaal zoals je zou willen. Bijvoorbeeld: je haalt een onvoldoende voor een toets Nederlands. Het kan zijn dat het je eigen schuld is (niet geleerd en geoefend), maar het kan ook liggen aan omstandigheden waar jij geen invloed op hebt (bijv. ernstige mate van dyslexie).


Vraag 1


a. Noteer een ernstige tegenvaller of nare gebeurtenis uit je eigen leven, die voorkomen had kunnen worden als jij op enig moment iets anders zou hebben gedaan.

b. Welk gevoel roept het op als je nu terugdenkt aan die gebeurtenis? Je mag meerdere antwoorde kiezen. Kies uit: 
boosheid - spijt - verdriet - verlangen


Vraag 2


a. Noteer een andere tegenvaller of nare gebeurtenis uit je eigen leven, die jou is overkomen en waar je niets aan kon doen.

b. Welk gevoel roept het op als je nu terugdenkt aan die gebeurtenis? Kies weer uit: 
boosheid - spijt - verdriet - verlangen


Vraag 3


Vergelijk je antwoorden op vraag B1b en 2b. Zijn die hetzelfde of verschillen ze? Hoe denk je dat dat komt?


Vraag 4


Welke van de gevoelens die bij 1b worden genoemd vind jij het beste bij Steve passen? Leg je antwoord uit.


C

Noteer in kolom 1 tien gebeurtenissen of situaties uit Het voorseizoen die nare gevolgen hebben voor Steve. In kolom 2 noteer je of hij die gebeurtenissen aan zichzelf te wijten heeft en in kolom 3 leg je je antwoord uit.

Gebeurtenis/situatie Eigen schuld? ja/nee/een beetje Uitleg
1 Steve had een nare vader
2 Susan verlaat Steve voor Peter Bird
3
4
etc.

D


Vraag 1


Steve wil heel graag 'het goede doen', maar dat mislukt steeds. Welke verklaring kun je daarvoor bedenken?


Vraag 2


In hoeverre is jouw mening over Steve veranderd door het maken van deze opdracht? Je mag meerdere antwoorden kiezen. Leg je antwoord uit.

A Mijn mening is niet veranderd.

B Ik heb meer/minder begrip voor hem gekregen.

C Ik ben hem sympathieker/minder sympathiek gaan vinden.

D Hij is een beetje anders dan ik eerst dacht.

E Anders, namelijk …