De aansprekers: Opdracht

Opdracht niveau 5 | Interpretatie

In veel romans kun je een sleutelscène aanwijzen. Dat is een gebeurtenis die in de context van het verhaal belangrijk is en die vaak een cruciale rol speelt in de interpretatie van het verhaal. Een sleutelscène biedt als het ware de sleutel om het verhaal te ontsluiten. In deze opdracht maak je je eerst het begrip sleutelscène eigen. Vervolgens leer je meer over een sleutelscène in De aansprekers.

Titel De aansprekers
Niveau boek niveau 4
Opdracht niveau 5 | Interpretatie
Studielast 2 uur
Werkvorm tweetal
Focus interpretatie
Je leert over de rol die een sleutelscène kan spelen in de interpretatie van een roman.
Gemaakt door Marlies Schouwstra
Bron debijbel.nl | Hebreeën 11:5

A [individueel]

Probeer je een voorval uit je jeugd te herinneren die op een of andere manier bepalend is voor of iets duidelijk maakt over hoe je nu bent. Denk niet in de richting van een keer kopje onder te zijn gegaan in het zwembad, waardoor je nu niet van zwemmen houdt. Dat bepaalt niet wie jij nu bent. Het is wat anders als je door het voorval in het zwembad voor veel dingen bang bent geworden, bang bent de controle te verliezen. In het laatste geval heeft de gebeurtenis invloed op jouw hele wezen, niet op slechts een klein aspect daarvan.

Noteer het voorval en leg uit waarom dat in jouw leven zo belangrijk was. Als je echt niets kunt verzinnen, mag je ook iets gebruiken uit het leven van iemand anders. Dat kan iemand zijn die je persoonlijk kent, maar ook een bekende sporter of artiest.


B [samen]

In De aansprekers komt ook een sleutelscène voor. Die wordt beschreven in het hoofdstuk 'Henoch'. 

Vraag 1

Het hoofdstuk heet niet voor niets 'Henoch'. Neem het citaat over Henoch (Hebreeën 11:5) over en leg uit wat de relatie is tussen dit citaat en de rest van het hoofdstuk.   


Vraag 2

Terzijde: de jonge Maarten interpreteert de passage anders dan hij bedoeld is. Lees bron 1.   

Vraag 2a

Herschrijf Hebreeën 11:5 in je eigen woorden, zodat duidelijk wordt wat wordt bedoeld.   


Vraag 2b

Hoe interpreteert de jonge Maarten deze passage? Wat heeft hij niet goed begrepen?   


Vraag 3

Leg uit waarom zowel het citaat over Henoch (Hebreeën 11:5) als de in dit hoofdstuk beschreven gebeurtenis belangrijk is in het licht van de gehele roman.


C [samen]

Vraag 1

De ondertitel van De aansprekers luidt 'Roman over vader en zoon'. Leg dit uit.   


Vraag 2

Herlees het motto (overigens een gedicht van Maarten 't Hart zelf). De in de laatste regel genoemde 'oude man' zou naar drie (of misschien zelfs meer) personen/gedaanten kunnen verwijzen. Wie zouden dat volgens jullie kunnen zijn? Licht je antwoord toe.


D [individueel]

Aan De aansprekers hebben we drie 'tags' gekoppeld (op de boekpagina bij dit boek): dood, geloof, vader-zoonrelatie. Werk in een tekst van ongeveer 200 woorden de relatie die tussen deze thema's bestaat nader uit.