De engelenmaker: Opdracht

Opdracht niveau 5 | Intertekstualiteit

Titel De engelenmaker
Niveau boek niveau 4
Opdracht niveau 5 | Intertekstualiteit
Studielast 2 uur
Werkvorm individueel
Focus intertekstualiteit
Je leert verwijzingen naar de Bijbel herkennen en van een betekenis voorzien
Gemaakt door Jannet Oosterhuis
Bron 1 debijbel.nl | Lucas 1:26-37
Bron 2 debijbel.nl | Johannes 19:16-42
Bron 3 debijbel.nl | MatteĆ¼s 26:36-27:56
Bron 4 trouw.nl | Peter van Beek, 'Docent moet jongeren leren Bijbelse citaten te herkennen', in: Trouw, 11 november 1998

Vraag 1


Wat is jouw mening over het eind van de roman? Kies uit de volgende opties.


Optie A


geniaal!


Optie B


aardig


Optie C


wat een teleurstelling


Optie D


daar snap ik dus niets van


Licht je keus toe.


Vraag 2


Dat Victor Hoppe denkt dat hij is als Jezus is vooral aan het eind van de roman duidelijk. Maar ook al eerder in de roman zijn er overeenkomsten aan te wijzen tussen Victor Hoppe en Jezus. En er zijn meer personages die overeenkomsten vertonen met Bijbelse karakters (in elk geval in de ogen van Victor Hoppe).

Maak die  overeenkomsten duidelijk door het invullen van de tabel hieronder. De Bijbelteksten bij de bronnen 1, 2 en 3 kunnen je aanwijzingen geven; je kunt deze teksten in elke Bijbel vinden, niet alleen op debijbel.nl.

 

Romanpersonage Overeenkomst(en) met Hoe Citaat
Victor Hoppe Jezus 1.
2.
3.
4.
5.
Karl Hoppe
Rex Cremer
Vera Weber

B


Vraag 1


Jij hebt nu de Bijbelse intertekstualiteit in De engelenmaker gesignaleerd. Dat is niet vanzelfsprekend! Peter van Beek stelt in Trouw dat de Bijbelse intertekstualiteit herleeft in de recente Nederlandse literatuur, maar dat veel middelbare scholieren het door hun gebrek aan kennis van de Bijbel niet zullen herkennen (bron 4): 'Hierdoor wordt een waardevolle laag in de roman voor hen niet zichtbaar.'

Vind je dat deze laatste uitspraak opgaat voor De engelenmaker? Motiveer je antwoord in maximaal 500 woorden.