Joe Speedboot: Opdracht
Opdracht niveau 5 | Intertekstualiteit
Let op: deze opdracht is in het bijzonder geschikt als je beschikt over veel Bijbelkennis, of juist graag wat meer kennis over de Bijbel wilt vergaren.
Titel | Joe Speedboot |
---|---|
Niveau boek | niveau 4 |
Opdracht | niveau 5 | Intertekstualiteit |
Studielast | 3 uur |
Werkvorm | individueel of tweetal |
Focus | intertekstualiteit |
Je leert | intertekstuele verwijzingen analyseren |
Gemaakt door | Gosse Koolstra |
Bron 1 | bijbelencultuur.nl | informatie over de Bijbel in de Nederlandse cultuur |
Bron 2 | debijbel.nl | website van het Nederlands Bijbelgenootschap |
A
Vraag 1
Wanneer je Genesis 32:22-32 vergelijkt met wat er verteld wordt op p. 25/26 en p. 285 van Joe Speedboot, krijg je plotseling een heel andere kijk op het kiezen van deze naam door Joe. Een eenvoudige handeling van een jongen ('ik kies een leukere/stoerdere naam dan mijn eigen naam') wordt iets met een diepere betekenis. Hoe zou je die betekenis omschrijven?
Vraag 2
Inventariseer minstens vijf verwijzingen naar de Bijbel die betrekking hebben op Joe, PJ, Fransje, leven en dood (pastor Nieuwenhuis). Zoek de bijbehorende passages in de Bijbel op. Hierbij kun je gebruikmaken van de Literarie theorie en onderstaande bronnen.
Vraag 3
Geef ten slotte aan wat de 'oppervlakkige' betekenis is van de genoemde verhaalpassage en wat de 'diepere' betekenislaag ervan is. Breng deze gegevens aan in de onderstaande tabel.
B
Vraag 1
Lees nu p. 72-75. Welk beeld geeft Wieringa van het geloof? Zoek zelf andere plaatsen in het boek waaruit een standpunt blijkt. Vind je het standpunt over het geloof overeenkomstig met het gebruik van Bijbelse gegevens, of vind je dat het daar strijdig mee is?
(Literaire) theorie
'Intertekstualiteit en andere motieven', in: Joke van Balen e.a., Basisboek literatuur. Groningen: Uitgeverij kleine Uil, 2009, p. 149-150.
'Christelijke motieven en symbolen', in: Joke van Balen e.a., Basisboek literatuur. Groningen: Uitgeverij kleine Uil, 2009, p. 115-118.