Advocaat van de hanen: Opdracht

Opdracht niveau 4 | Fabel en sujet

Let op: lees deze inleiding voordat je de roman gaat lezen.

Je staat op het punt om een uitdaging aan te gaan: het lezen van de roman Advocaat van de hanen. Dat is een omvangrijk boek waarin erg veel aan de orde komt, en de manier waarop de schrijver zijn verhaal vertelt, is niet eenvoudig. De gebeurtenissen worden allesbehalve chronologisch gepresenteerd. Dat kan behoorlijk verwarrend zijn. Noteer daarom elke dagaanduiding of datum die je tegenkomt; in deel I heeft de schrijver het meeste werk al voor je gedaan. Houd goed bij uit welk hoofdstuk je notitie komt, zodat je na het lezen van het boek de fabel kunt reconstrueren. Het is misschien handig om eerst alle hoofdstukken te nummeren. Noteer alles zo (op papier of digitaal) dat je het kunt gebruiken voor het vervolg van deze opdracht.

Titel Advocaat van de hanen
Niveau boek niveau 5
Opdracht niveau 4 | fabel en sujet
Studielast 3 uur
Werkvorm individueel
Focus fabel en sujet
Je leert reflecteren op de structuur van de roman
Gemaakt door Pieter Waalewijn
Bron 'Fabel en sujet', in: Joke van Balen e.a., Basisboek literatuur, Groningen, Uitgeverij kleine Uil, 2009, p. 99.

A


Vraag 1 


Lees de theorie over fabel en sujet in Basisboek literatuur (bron 1). Noteer voor jezelf korte definities van beide begrippen.


Vraag 2 


Je hebt het boek nu uit en je hebt veel gegevens verzameld. Bij de 22 hoofdstukken van deel I werd je natuurlijk enorm geholpen door de schrijver, die elk hoofdstuk een datum heeft gegeven. Maak eerst een overzicht of tijdlijn van het eerste deel ('De euforie'). Je kunt dit digitaal doen (bijvoorbeeld met behulp van timetoast.com) of op een andere manier die overzichtelijk is en die jij handig vindt. Beperk je tot de gebeurtenissen die het vermelden waard zijn.


Vraag 3 


Bij het tweede deel ('Blasé') heb je voor zo’n tijdlijn veel meer werk te verzetten. Maar gelukkig heb je je aantekeningen! Voeg alle belangrijke onderdelen van het tweede deel toe aan de tijdlijn die je bij vraag 2 gemaakt hebt. Als het goed is, plaats je sommige hoofdstukken vóór de hoofdstukken van deel I, andere er tussenin en weer andere erna.


B


We maken even een kleine zijsprong. De boekverfilming van Advocaat van de hanen (1996) begint zo:

Ernst Quispel ligt zwetend in bed met de ogen open. Rondom zijn bed ziet hij de ene na de andere kraker opduiken; ze zeggen niets.

Tweede scène: Ernst Quispel zit achter zijn bureau. Na enig aarzelen pakt hij de telefoon en zegt: 'Ik wil een verklaring afleggen.' Meteen daarna komt de titel van de film in beeld.

In de roman vind je de nachtmerrieachtige openingsscène terug in het eerste hoofdstuk, op p. 23-24, al houden de krakers daar hun mond bepaald niet. Het telefoontje van de tweede scène komt in de roman pas op p. 403.


Vraag 1 


Lees de genoemde passages nog even na in het boek. Waar staat p. 403 (hoofdstuk 9 van deel II) op jouw tijdlijn ten opzichte van hoofdstuk 1 van deel I?


Vraag 2 


Hoe verklaar jij dat Van der Heijden het in zijn boek zo heeft ingedeeld, terwijl de filmregisseur een andere volgorde heeft gekozen?


Vraag 3 


Welk begin werkt voor jou beter? Leg uit.


C



De hamvraag is natuurlijk: waarom heeft Van der Heijden het zo ingewikkeld gemaakt? Probeer eens te bedenken hoe het boek eruit zou zien als Van der Heijden het verhaal netjes volgens de tijdlijn verteld zou hebben.


Vraag 1


Welke verklaring kun jij bedenken voor de volgorde van de hoofdstukken in deel I: om en om een dag eind april/begin mei en een dag eerder in april?


Vraag 2 


Van der Heijden heeft zelf in een interview met Joost Niemöller vraag C1 zo beantwoord: 'In de eerste helft wordt de euforie beschreven; de euforische drinkperiode van Quispel die drie weken duurt. Om de lezer niet te vervelen met die zielsgelukkige toestand van Quispel heb ik de hoofdstukken daarover afgewisseld met mineurhoofdstukken. Die spelen in de tijd net volgend op de euforie.' Wat vind jij van deze verklaring van Van der Heijden? (Max. 50 woorden.)


Vraag 3 


In deel II heeft Van de Heijden die ordening uit deel I helemaal losgelaten. Hoe verklaar jij het verschil in aanpak tussen beide delen?


Vraag 4 


Formuleer ten slotte je antwoord op de 'hamvraag' in de inleiding op de C-opdrachten, in maximaal 150 woorden. Maak in je antwoord gebruik van de termen 'fabel' en 'sujet'.