Clausewitz: Opdracht

Opdracht niveau 6 | Literatuuropvatting

'Ik wilde een afwijkend boek schrijven. Als recensent van De Groene Amsterdammer krijg ik heel veel boeken onder ogen. Dan zie je hoe je het niet wilt doen. De norm is de roman als a good read: een makkelijk te volgen, bijna lineair verteld verhaal. De terreur van Herman Koch kun je dat noemen. Op zich niets mis mee, want heel veel mensen willen zulke boeken lezen. En steeds meer schrijvers gaan ook zo schrijven, in de hoop dat ze ook een bestseller zullen fabriceren. Ik wilde opvallen, een boek schrijven dat nog niet bestond. In Clausewitz zit veel afwisseling. Citaten van de verdwenen schrijver, documentaire-achtige scènes, verhalende delen. Ik heb de roman geschreven die ik graag zelf zou willen lezen.' (Joost de Vries, in gesprek met Maarten Moll, over Clausewitz)

Begin 2011 doet recensent Maarten Moll verslag van zijn gesprek met Joost de Vries; op 3 januari in De Twentsche courant Tubantia, drie dagen later in De Gelderlander. Bovenstaande passage stond in beide kranten.

Titel Clausewitz
Niveau boek 5
Opdracht Niveau 6 | Literatuuropvatting
Studielast 3 uur
Werkvorm Individueel
Focus Literatuuropvatting
Je leert Ideeën over literatuur en fictie vergelijken en toetsen.
Gemaakt door Pieter Waalewijn
Bron whyilovethisbook.com | Joost de Vries over HhhH van Laurent Binet
Downloads Clausewitz, opdracht Niveau 6 - 'Literatuuropvatting'

Vraag 1

Joost de Vries verdeelt in dit citaat lezers (en schrijvers) in twee groepen. Wij gaan proberen te achterhalen wat volgens De Vries ideale literatuur is. Lees daarvoor eerst het hele gesprek met Maarten Moll (te vinden onder Downloads) en noteer alle kenmerken van goede boeken (volgens De Vries).

Vraag 2

Ook in Clausewitz gaat het veel over literatuur. Daar zijn het natuurlijk de personages die hun mening geven; hun uitspraken hoeven niet samen te vallen met de opvattingen van de auteur. Noteer de uitspraken over literatuur en fictie die je op de aangegeven bladzijden tegenkomt, en vermeld erbij om wiens mening het gaat. Passages over literatuur en fictie op p. 20-21, 33-34, 37-38, 51, 59-64, 93, 136-138, 184-185, 216.

Vraag 3

Op de laatste bladzij van de roman staat deze zin: 'Dit was het risico van de bibliotheek uit gaan, dat je verwikkeld raakt in verhalen die niet de jouwe zijn.' Pal daarvoor heeft Tim Modderman de afscheidsbrief van LeFebvre geconstrueerd. Daarin doet hij een beetje denken aan het verhaal over zijn vader en het mes in de rivier (p. 136-138). Probeer uit te leggen welke relatie er in de genoemde passages is tussen fictie en werkelijkheid.

Vraag 4

Op Groene.nl kun je het werk van Joost de Vries als recensent bij De Groene Amsterdammer terugvinden. Zoek drie recensies van hem uit, en kijk of je daarin zijn literatuuropvatting kunt achterhalen. Noteer titel en datum van de recensie, en zet erbij welk boek hij daarin bespreekt; neem kenmerkende zinnen over! (Voor sommige recensies moet je betalen, maar er zijn er genoeg die je gratis kunt lezen.)

Vraag 5

a.    Misschien is het ook wel leuk om Joost de Vries even te zien en te horen. In een filmpje van anderhalve minuut bespreekt hij HhhH van Laurent Binet, volgens de formule van 'Why I love this book'. Zie bron 1.
b.    Maak nu ter afsluiting zelf ook zo'n filmpje van één à twee minuten, waarin je Clausewitz aanprijst en een paar zinnen wijdt aan 'het betere boek'.