De wetten: Opdracht

Opdracht niveau 4 | Verteltechniek

Door te speuren naar relevante gegevens uit deze roman, bepaal je zo precies mogelijk de vertelde tijd. Je brengt daarna in kaart hoe de vertelde tijd verband houdt met de gebeurtenissen in de roman.

Titel De wetten
Niveau boek niveau 5
Opdracht niveau 4 | Verteltechniek
Studielast 3 uur
Werkvorm individuele tijd
Focus verteltechniek
Je leert de verteltechniek analyseren.
Gemaakt door Jannet Oosterhuis

Vraag 1

Blader het boek nog eens door en maak aantekeningen van alle aanwijzingen die je vindt over het moment waarop het verhaal zich afspeelt. Dat kan een datum zijn die wordt genoemd of een globale aanduiding als 'een paar weken later' of 'in de herfst'. Noteer zowel interessante gegevens als de vindplaatsen van die gegevens (paginanummers).

Vraag 2

Zet je aantekeningen op een rijtje en bepaal hoeveel tijd is verlopen tussen het begin en het eind van de roman. Noem indien mogelijk de momenten waarop het verhaal start en eindigt (zo precies mogelijk).

Vraag 3

Zet de gebeurtenissen van het boek in een tijdbalk.

Vraag 4

Geef in je tijdbalk (in een andere kleur/op een andere positie) aan waar de verschillende hoofdstukken beginnen en eindigen.

Vraag 5

Bekijk de periodes dat Marie contact heeft met elk van de mannen waarvan zij leert en vergelijk die periodes met elkaar. Zijn er dingen die opvallen? Zie je regelmaat? Kun je daaruit iets afleiden over Maries relatie/leerperiode bij een of meer van de zeven mannen?

Vraag 6

Welk effect heeft het op jou als lezer dat de chronlogie in dit verhaal verstoord is? Kun je begrijpen waarom Connie Palmen het verhaal op deze manier heeft geconstrueerd? Had ze het verhaal ook gewoon helemaal chronologisch kunnen vertellen? Wat was er dan anders geweest?

Vraag 7

Noteer je bevindingen in een uiteenzetting van 500-700 woorden.