Historie van mejuffrouw Sara Burgerhart: Opdracht

Opdracht niveau 6 | Ideeëngeschiedenis

Kijk, daar loopt een vrouw over straat!

Deze uitroep op de omslag van Letter & Geest van Trouw (16 mei 2013) verwijst naar een artikel over flanerende vrouwen in de literatuur. Als je het artikel leest, word je je ervan bewust hoezeer het beeld van vrouwen in de literatuur bepaald wordt door de tijd, en hoe dat kan verschillen met nu.

Titel Historie van mejuffrouw Sara Burgerhart
Niveau boek niveau 5
Opdracht niveau 6 | Ideeëngeschiedenis
Studielast 2,5 uur
Werkvorm individueel
Focus ideeëngeschiedenis
Je leert reflecteren op het al dan niet tijdgebonden zijn van een kernwaarde.
Gemaakt door Pieter Waalewijn
Bron 1 trouw.nl | Julie Phillips, 'Een vrouw op straat', in: 'Trouw', 11 mei 2013, bijlage Letter & Geest, p. 16-19
Bron 2 dbnl.org | Hannemieke Postma-Stamperius, 'Inleiding' op 'Sara Burgerhart' (editie 1979, p. 11-25)

Vraag 1 

Lees het genoemde artikel (bron 1) en geef de kern weer in maximaal 50 woorden.


Vraag 2

Wolff en Deken schetsen in Sara Burgerhart een beeld van een meisje rond de twintig in de tweede helft van de achttiende eeuw. Uit het verhaalverloop blijkt welk ideaalbeeld hun voor ogen staat. En voor wie dat gemist heeft: in de 'Voorrede bij de eerste druk' maken ze expliciet duidelijk welke conclusies de jonge lezeressen moeten trekken. Probeer eens onder woorden te brengen hoe de ideale jonge vrouw er volgens Wolff en Deken uitziet; gebruik hiervoor maximaal 150 woorden.


Vraag 3

De uitgave van Sara Burgerhart van 1979 werd voorafgegaan door een inleiding van Hannemieke Postma-Stamperius. Deze mevrouw Postma is beter bekend onder haar schrijversnaam Hannes Meinkema; haar romans en verhalen werden steevast als feministisch bestempeld (vergelijk de Literaire theorie uit Basisboek literatuur). Dát is interessant: hoe zou zo'n feministe uit de jaren '70 kijken naar het vrouwbeeld en de man-vrouwverhouding in de achttiende eeuw?

      a. Lees deze inleiding op Sara Burgerhart (bron 2).
      b. Noteer alles wat in deze inleiding betrekking heeft op de manier waarop vrouwen in deze roman worden neergezet.
      c. Geef bij je antwoord op vraag 3b aan welke van de genoemde elementen typerend zijn voor de achttiende  eeuw.
      d. Geef vervolgens bij je antwoord op vraag 3b aan welke van de genoemde elementen typerend zijn voor het feministische denken uit de jaren '70.


Vraag 4

Hoewel je het misschien niet zou zeggen, worden ook jouw vrouwbeeld en jouw ideeën over de man-vrouwverhouding bepaald door de tijd waarin je leeft.

      a. Kun je een paar dingen op dit gebied noemen waarin jij heel anders denkt dan Wolff en Deken (vergelijk vraag 3c)?
      b. Kun je ook iets noemen waarin jij van mening verschilt met mevrouw Postma (vergelijk vraag 3d)?
      c. Denk je dat jij over pakweg 25 jaar over dit onderwerp nog net zo denkt? Waarom wel/niet?
 


(Literaire)theorie

'Feministische roman', in: Joke van Balen e.a., Basisboek literatuur, Groningen, Uitgeverij kleine Uil, 2009, p. 37