La Superba: Opdracht

Opdracht niveau 5 | Schrijverschap

'Uiteindelijk is het ook een roman die gaat over het schrijven van een roman.' Aldus Ilja Leonard Pfeijffer over La Superba, in een kort filmpje naar aanleiding van de nominatie van zijn boek voor de Gouden Boekenuil 2014. 

Titel La Superba
Niveau boek niveau 5
Opdracht niveau 5
Studielast 3 uur
Werkvorm individueel
Focus schrijverschap
Je leert reflecteren op de verhouding tussen schrijver, verteller en lezer
Gemaakt door Pieter Waalewijn
Bron 1 filmpje van de Belgische televisie naar aanleiding van de nominatie van La Superba voor de Gouden Boekenuil
Bron 2 'Alles is tekst: twee soorten postmodernisme'

Vraag 1

Bekijk het hele filmpje (bron 1) en vat samen wat Pfeijffer hier zegt over het schrijven van dit boek.


Vraag 2

'Waarom ben jij hier gekomen, Ilja?' (…) 'Ik ben hier gekomen om een boek te schrijven.' Herlees het hele gesprek tussen Rashid en Ilja, waarin deze uitspraken gedaan worden, en het hoofdstukje dat erop volgt: p. 47-52.

a. Wat vertelt de ik-figuur hier over zichzelf als schrijver en over het schrijven?

b. Valt het personage Ilja samen met de schrijver van La Superba? Leg uit.

c. Lees de literaire theorie over autobiografisch schrijven, en geef daarna antwoord op de vraag of La Superba een autobiografische roman is.


Vraag 3

Wij lezen in deze roman geregeld dat de hoofdpersoon bezig is met schrijven: hij maakt notities die ooit omgewerkt zullen worden tot roman. Herlees de volgende passages, met het oog op het thema 'schrijverschap': p. 78-80, 101-104, 278-280 en 315-317.

a. Welk beeld ontstaat hier van 'de schrijver aan het werk'?b. Wordt de geloofwaardigheid van dit boek groter nu wij als lezer zo duidelijk getuige zijn van het schrijfproces? Of is dit allemaal ironie? Motiveer je antwoord.


Vraag 4

'Ik zal deze notities nooit uitwerken tot een roman.' Deze uitspraak lezen we op de voorlaatste bladzij van de roman, in de slotalinea van hoofdstuk 39, p. 347. Maar wat heeft de lezer die La Superba nu bijna uit heeft, dan al die tijd in zijn handen?

a. Hoe beoordeel jij Pfeijffers spel met de lezer door dit hele boek heen? Weet de lezer aan het eind van het boek nu waar hij aan toe is, of blijft hij in verwarring achter? Formuleer je antwoord in 150-200 woorden.

b. Misschien helpt het als we La Superba als postmodernistische roman beschouwen. Lees de paragraaf over postmodernisme (bron 2) en het citaat over zelfreflexiviteit (onder Literaire theorie). Wat vind jij: zijn we in La Superba getuige geweest van een postmodernistisch spel? Licht je antwoord toe, en geef daarbij ook aan wat dit jou heeft opgeleverd.

c. Is het thema 'schrijverschap' uiteindelijk wezenlijk voor dit boek, of had de schrijver dat hele gedoe over de schrijver en zijn notities net zo goed (of zelfs beter) kunnen weglaten? Motiveer je antwoord.


(Literaire) theorie

- 'Autobiografisch schrijven', in: Joke van Balen e.a., Basisboek literatuur, Groningen, Uitgeverij kleine Uil, 2009, p. 22-28.

Zelfreflexiviteit – Anne Marie Musschoot noemt als één van de meest opvallende kenmerken van postmodernistische teksten de zelfreflexiviteit: dit 'nieuwe' proza is een zelfbewuste, zichzelf becommentariërende uitdrukkingsvorm die zichzelf ter discussie stelt en - geheel in overeenstemming met de filosofie van de twijfel - zichzelf relativeert en ironiseert. In de roman zelf worden reflecties over de roman en over het schrijven ingebouwd, die juist de conventies van de vorm zelf 'openbreken', in twijfel trekken of ondermijnen.  
(naar: 'Postmodernisme in de Nederlandse letterkunde')