Publieke werken: Opdracht
Opdracht niveau 5 | Motieven
| Titel | Publieke werken |
|---|---|
| Niveau boek | niveau 5 |
| Opdracht | niveau 5 | Motieven |
| Studielast | 2 uur |
| Werkvorm | tweetal |
| Focus | motieven |
| Je leert | de functie van motieven in de context van het verhaal analyseren. |
| Gemaakt door | Gea Veenstra |
| Bron 1 | 'Motieven', in: Joke van Balen e.a., 'Basisboek literatuur'. Groningen, Uitgeverij kleine Uil, 2009, p. 113-126 |
A
Bestudeer bron 1.
Vraag 1
Bedenk allebei twee motieven die voorkomen voor in jullie eigen levensverhaal.
Vraag 2
Leg aan elkaar uit waarom je deze twee motieven hebt uitgekozen en wat ze voorstellen in jullie leven.
B
Verdeel de zes motieven uit Publieke werken zodat je allebei drie motieven onderzoekt. Het gaat om de volgende:
Motief 1
Onvruchtbaarheid
Motief 2
Landverhuizing
Motief 3
Verkeersfactor
Motief 4
Verdrukking
Motief 5
Geld
Motief 6
Pseudoniem
C
Vraag 1
Leg aan elkaar uit waar jouw motieven voorkomen in het verhaal.
Vraag 2
Waarom zijn deze motieven opgenomen? Hoe zetten ze je op het spoor waar het in het verhaal over gaat, het thema?
D
Vraag 1
Welk motief zouden jullie zelf willen toevoegen aan het verhaal dat er nu nog niet in staat?
Vraag 2
Herschrijf samen een gedeelte van het verhaal waarin jullie dat motief verwerken. Gebruik niet meer dan 300 woorden.
Vraag 3
Welk deel van het verhaal zou zo duidelijker worden voor de lezer? Gebruik niet meer dan 200 woorden.
